Eiwitten

Eiwit is, net als koolhydraat en vet, een voedingsstof. Het levert per gram 4 kilocalorieën.  Eiwit dient als brandstof voor het lichaam en levert aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen.  Sommige aminozuren

maakt het lichaam zelf. Andere aminozuren dienen uit de voeding te komen. Deze aminozuren kan het lichaam zelf niet maken en heten essentiële aminozuren. Een ander woord voor eiwit is ‘proteïne’.

Bij een gezonde en gevarieerde voeding voor volwassen, komt minstens 10 en maximaal 25 procent van de energie uit  eiwit.

Bijna alle voedingsmiddelen bevatten eiwit. Het komt voor in zowel plantaardige als dierlijke producten.

Plantaardig eiwit komt voor in brood, granen, peulvruhcten, noten, paddenstoelen en soja, zoals tahoe en tempé. Dierlijk eiwit komt voor in melk en melkproducten, vlees, wild, gevogelte en vis, eieren en kaas.

Eiwitten zorgen voor veel belangrijke functies in het lichaam. Alle organen en cellen in het lichaam bevatten eiwit. Dit eiwit wordt opgebouwd uit aminozuren en houdt alles in stand.

Functie van de eiwitten:

  • eiwitten zijn noodzakelijk in het lichaam. Enzymen zijn ook eiwitten. Zij kunnen eiwit afbreken tot afzonderlijke aminozuren. Tevens zijn eiwitten van belang voor bepaalde antistoffen en hormonen, zoals insuline;
  • eiwitten spelen ook een rol bij het vervoer van stoffen in het bloed en in de cellen. Zo kan het eiwit hemoglobine, zuurstof vervoeren vanuit de longen naar de weefsels. Hemoglobine is een kleurstof dat rode bloedcellen bevatten;
  • andere eiwitten spelen een rol bij de overdracht van signalen.

Het lichaam kan uit eiwit in eten of uit de spieren aminozuren omzetten in glucose. Dit wordt vaak gedaan als het lichaam te weinig glucose heeft.

Gezondheidsproblemen
Voldoende eiwit eten is belangrijk voor een goede gezondheid. Eiwit verzadigt goed en heeft verschillende functies in het lichaam. Voor zover bekend heeft eiwit geen duidelijk effect op het risico van hart- en vaatziekten. Ook zijn er geen aanwijzingen dat eiwitten invloed hebben op het risico van diabetes.

Bekende allergieën zijn koemelk, pinda’s, sojabonen,noten, melk, eieren, vis, schaal- en schelpdieren, weekdieren en tarwe. Bij een allergie van tarwe zijn mensen gevoelig voor gluten. Gluten is een eiwit in tarwe. Bij allergieën maakt het immuunsysteem bepaalde antistoffen tegen het eiwit.

De eiwitbehoefte hangt af van het lichaamsgewicht, leeftijd en omstandigheden. Zo hebben vegetariërs en vooral veganisten meer eiwit nodig, om voldoende aminozuren binnen te krijgen. Dat komt doordat plantaardig eiwit minder essentiële aminozuren bevat dan dierlijk eiwit.

Voor deze groep is het van belang dat zij letten op de verschillende bronnen van eiwitinname.

Kinderen, jongeren, zwangere en lacterende hebben meer eiwitten nodig. Dit vanwege de groei van het kind. Lacterende, dus vrouwen die borstvoeding geven hebben meer eiwit nodig om melk te maken.

Bij bepaalde aandoeningen of (brand)wonden is extra eiwit nodig om het beschadigde weefsel te herstellen en weer op te bouwen.

Eiwittekort
Een tekort aan eiwit leidt tot afbraak van het spierweefsel. Op langere termijn kan dit leiden tot gebrek aan spierkracht en een verminderde weerstand.

Wanneer er met de voeding, langdurig weinig zuivel wordt gebruikt kan er een calcium- en vitamine D tekort ontstaan. Calcium en vitamine D zitten voornamelijk in melk en melkproducten, zoals karnemelk, yoghurt, kwark, vla en kaas.

Het gevolg van deze tekorten in combinatie met weinig lichaamsbeweging, is botontkalking, ook wel osteoporose genoemd. Bij botontkalking worden de botten brozer en is de kans op botbreuken groot.


Rol van de diëtist
De diëtist stelt een persoonlijk advies voor u op, waarmee u van alle voedingsstoffen voldoende binnenkrijgt. De diëtist van MediCor Diëtetiek geeft de hoeveelheden aan en welke voedingsmiddelen u het beste kunt gebruiken. Hierbij wordt er rekening gehouden met uw hulpvraag.